Het onderzoek is nu anderhalf jaar bezig en loopt door tot oktober 2025. De grote onderzoeksvraag is of Virtual Reality van toegevoegde waarde is bij fysiotherapie voor patiënten met chronische lage rugpijn die zowel pijnklachten hebben en ook beperkingen in hun bewegen ervaren. Deze groep is vaak een lastige groep voor fysiotherapeuten. Patiënten zijn niet altijd therapietrouw (ze doen niet trouw alle opdrachten die ze meekrijgen van de fysiotherapeut). De pijn wordt soms veroorzaakt door een fysieke oorzaak maar de oorsprong van de pijn kan ook psychosociaal zijn. En het is ook een dure groep patiënten omdat ze vaak en langdurig bij een fysiotherapeut of andere zorgverleners komen.
In co-creatie ontwikkelen
Syl ontwikkelde in co-creatie met patiënten, fysiotherapeuten en onderzoekers een interventie met VR. De vraag is of mensen met dit soort lage rugpijn beter gaan functioneren als ze fysiotherapie krijgen waarbij VR wordt ingezet. In de pilot is bijvoorbeeld gekeken hoe mensen hun pijn ervaren en hoe ze omgaan met hun pijn. Maar ook wat de kosten zijn als je VR inzet. Er is een pilot geweest met deze interventie en deze is geëvalueerd. De inzet van de interventie wordt nu getoetst in een cluster-gerandomiseerd onderzoek met controlegroep (randomized controlled trial, RCT).
Interventie met VR
In de interventie die is ontwikkeld worden drie VR-toepassingen ingezet. De patiënt gebruikt de bril minstens vijf dagen per week voor tien tot dertig minuten. Het is geen vervanging van fysiotherapie. Patiënten krijgen van hun fysiotherapeut een VR-bril mee om thuis oefeningen te doen. Dat zijn zowel fysiek oefeningen als psychologische of mentale oefeningen. Je krijgt bijvoorbeeld meditatie-oefeningen, je leert pijn te visualiseren of je leert omgaan met pijn (pijnmanagement). Er zijn ook oefeningen waarmee je leert ontspannen. Het effect van de oefeningen blijft als de patiënt de VR-bril weer afzet.
Reducept is een VR-toepassing waarbij je een reis maakt door je lichaam. Je krijgt uitleg over de zenuwen. Je ziet waar pijnprikkels lopen, wat er gebeurt in het ruggemerg en je krijgt uitleg hoe pijn en brein werken. Daarbij krijg je visualisatieoefeningen. Je kijkt naar je eigen pijn en speelt in een game dat je op de pijnprikkel schiet. Als je de pijnprikkel raakt is het geen pijnprikkel meer. Op deze manier zet je een pijnervaring om naar een andere ervaring. En dit werkt door, ook als je de game niet meer speelt. Er zijn ook oefeningen om je ademhaling te controleren en zo te ontspannen. En je krijgt therapie waarmee je pijn leert accepteren (Acceptance and Commitment Therapie ACT).
Een tweede toepassing die wordt ingezet is SyncVR Fit. In deze toepassing wordt een patiënt uitgenodigd om te bewegen met behulp van een aantal games, bijvoorbeeld boksen tegen een virtuele tegenstander. Doordat je in de virtuele wereld in een andere setting staat heb je meer uitdaging om te bewegen en dit is voor veel patiënten leuker om te doen dan een droge oefening. Hierdoor kan een patiënt ook makkelijker trouw zijn aan de therapie.
SyncVR Relax & Distract geeft de patiënt geheugengames als sudoku en 360-graden-films die afleiding geven. De app heeft ook meditatieoefeningen en medische hypnose.
Onderzoek
Er doen 120 patiënten en twintig fysiotherapeuten mee met het onderzoek. De helft van de patiënten krijgt fysiotherapie, zoals fysiotherapeuten die normaal inzetten bij patiënten met deze klachten. De andere groep krijgt naast de normale therapie voor twaalf weken een VR-bril mee naar huis om daarmee oefeningen te doen. Er is een standaard script voor de fysiotherapeut hoe en welke informatie patiënten krijgen als ze een VR-bril mee naar huis krijgen voor de oefeningen thuis. In het onderzoek neemt Syl interviews en vragenlijsten af bij de deelnemende fysiotherapeuten en bij de patiënten. Daarnaast krijgt hij data uit de VR-brillen. Bijvoorbeeld hoe vaak de patiënt de bril gebruikt en welke toepassingen ze dan inzetten.
Het eerste artikel is al gepubliceerd en een tweede artikel is ingediend.
De invloed van een voorgesprek
Naast dit onderzoek loopt er ook een kleiner onderzoek naar het voorgesprek door de fysiotherapeut. Dit doet Syl met behulp van een placebo- en nocebo-gesprek. Bij een placebo-effect werkt een behandeling beter omdat een patiënt er positieve effecten van verwacht terwijl bij het nocebo-effect de patiënt juist negatieve bijwerkingen ervaart. Ook hier zijn er twee groepen patiënten. De ene groep krijgt een gesprek waarin de fysiotherapeut vertelt over de inzet van VR in fysiotherapie waarbij hij of zij aangeeft dat dit een medische toepassing is waar een patiënt goed resultaat van kan verwachten, dit is het placebo-gesprek. Een andere groep krijgt juist een nocebo-gesprek waarbij de fysiotherapeut aangeeft dat het een leuke gadget is maar dat je er niet zo veel van moet verwachten. Daarna krijgen de patiënten vragen over hun verwachtingen over de inzet van VR in fysiotherapie.
Meer weten
Wil je meer weten over dit onderzoek? Kom dan op 6 juni naar Technology Talks. Syl geeft in het tweede uur van Technology Talks informatie over het onderzoek en je kunt daar de toepassingen ook zelf ervaren. Of neem contact op met Syl Slatman.